CBb: Radio Continu heeft toch recht op steunzender in Irnsum

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft geoordeeld dat Radio Continu toch recht heeft op een nieuwe steunzender in Friesland. De rechtbank wees dit verzoek twee jaar geleden nog af.

Gedragslijn

Radio Continu had in eerste instantie toestemming gehad van Agentschap Telecom om uit te gaan zenden via een steunzender in het Friese Irnsum op 98.2 MHz. De frequentie was aangevraagd naar aanleiding van de Gedragslijn netverbetering FM-omroepband. Hiermee konden radiozenders via Agentschap Telecom verzoeken indienen om het zogenaamde paarse uitzendgebied van hun zenders te beschermen. In het kader van deze Gedragslijn vroeg de regionale commerciële radiozender toestemming aan Agentschap Telecom voor een steunzender in Irnsum.

Leeuwarden

De zender moest gaan uitzenden via 98.2 MHz met een vermogen van 2.5 kiloWatt. De frequentie was nodig om de verzorging van de stad Leeuwarden te verbeteren. Radio Continu had namelijk eerder al hun steunzender op 104.7 MHz vanuit Leeuwarden naar Smilde verhuisd middels deze zelfde Gedragslijn. In eerste instantie ging Agentschap Telecom akkoord met deze nieuwe steunzender maar later werd naar aanleiding van protesten van radiobedrijf Rebecca de vergunning weer ingetrokken.

Rechter

De rechtbank oordeelde in 2017 dat Agentschap Telecom terecht de toestemming om uit te zenden via de frequentie in Irnsum heeft ingetrokken. “Het verlies van dat bereik heeft op haar verzoek plaatsgevonden. Daarmee heeft zij haar rechten voor de regio Leeuwarden opgegeven. Het standpunt van Radio Continu zou tot de ongewenste situatie leiden dat bij meerdere verplaatsingen het vrijwillig verlaten bereik opnieuw kan worden opgevuld en de vergunninghouder daarnaast ook het nieuwe bereik verkrijgt.”, aldus de rechter in 2017.

CBB

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt nu echter dat Radio Continu wel recht heeft op de frequentie. “Het College zal de aangevallen uitspraak vernietigen en, doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, het beroep van appellante tegen het besluit van 24 juni 2016 alsnog gegrond verklaren en dat besluit vernietigen. Het College zal bepalen dat de staatssecretaris een nieuw besluit op bezwaar dient te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Het College zal daarbij een termijn van twaalf weken stellen.“, aldus het College in haar uitspraak.

Het CBb motiveert haar uitspraak als volgt: “In de Gedragslijn is bepaald dat het demografisch of geografisch bereik, berekend via het groene gebied met als peildatum 1 januari 2013, niet in betekenende mate mag worden gewijzigd. Dit betekent dat, indien door een netverbeteringsvoorstel het demografisch bereik niet in betekenende mate wordt gewijzigd, zoals in het geval van appellante, de naar aanleiding van dit netverbeteringsvoorstel ingediende (formele) aanvraag toch zal moeten worden geweigerd, indien het geografisch bereik wél in betekenende mate wordt gewijzigd. Het College hecht eraan te overwegen dat in de Gedragslijn op dit punt slechts de beperking is opgenomen dat sprake moet zijn van een overlap met de originele groene en/of paarse gebieden op de peildatum 1 januari 2013. Er is dus geen plaats voor een in vierkante kilometers uitgedrukte toename van het geografisch bereik, zoals de staatssecretaris voorstaat en aan de hand waarvan hij netverbeteringsvoorstel 146 in het besluit van 24 juni 2016 heeft beoordeeld.“.