Als het aan de Raad voor Cultuur en de Raad voor het Openbaar Bestuur ligt moeten lokale publieke omroepen in de toekomst uit de rijksmediabegroting worden bekostigd. Dit komt de onafhankelijkheid van de lokale omroep als waakhond van het lokale bestuur ten goede. Het is één van de adviezen in het eerder deze week verschenen rapport gericht aan het Kabinet over de toekomstige organisatie en financiering van de lokale publieke omroep.
Blij
De NLPO, de brancheorganisatie voor de lokale publieke omroepen, is blij met het rapport. Marc Visch, directeur van de NLPO: “De raden onderstrepen het maatschappelijke belang van een goede en gezonde lokale omroep en de ontwikkeling van de streekomroepen. Onze sector is de afgelopen 20 jaar gemarginaliseerd en omroepen zijn opgezadeld met een onmogelijke taak. De NLPO heeft de afgelopen jaren veel plannen ontwikkeld om het tij te keren. Het is ontzettend goed om de belangrijkste onderdelen van die plannen nu ook terug te lezen in dit advies.”
Gevaren
Wel maakt Visch een kanttekening bij enkele voorstellen in het rapport. Zo wordt voorgesteld om de wettelijke eis om op alle kanalen uit te zenden te beëindigen. “Dat is op zich een goede gedachte voor alle lagen in het bestel, gezien het feit dat digitaal steeds belangrijker wordt en dat omroepen meer keuzevrijheid krijgen. Maar dat heeft ook het risico dat van lokale omroepen automatisch verwacht wordt dat zij alleen nog van goedkopere (online) kanalen gebruik maken. Dat lijkt ons een verkeerde invulling van het advies. Ook op dit moment dreigen lokale omroepen door geldgebrek bijvoorbeeld al te worden uitgesloten van essentiële maar dure ontwikkelingen als DAB+.” De NLPO vindt dat de kwaliteit en het bereik voorop moeten staan. Visch: “Het advies lijkt te zeggen: er is te weinig geld voor lokale omroepen, dus laat ze maar alleen via de goedkoopste kanalen uitzenden.”
Maatwerk voor de verschillende omroeplagen nodig
Het rapport pleit daarnaast om samenwerking tussen de verschillende omroeplagen te stimuleren. Wat de NLPO betreft is de opdracht aan het kabinet om de ontwikkeling van een maatschappelijk relevante publieke omroep in al zijn verschijningsvormen goed in te vullen. Dat moet volgens Visch gebeuren vanuit een erkenning van de verschillende rollen en functies van de publieke omroep op verschillende niveaus van verzorging: lokaal, regionaal en landelijk.
“De lokale omroepen staan in dienst van de kwaliteit van het gesprek van alledag in de gemeenten en de kernen over kwesties, problemen en kansen dichtbij de burger. Dat is een soort dienstverlening die de landelijke en regionale publieke omroepen niet kunnen bieden, vanwege hun afstand tot de lokale maatschappelijke en culturele ontwikkelingen, politieke trends en economische kwesties. De NLPO zou graag zien dat de eisen op die verschillende niveaus nadere nuancering en uitwerking krijgen, juist om op ieder niveau een zo optimaal mogelijke kwaliteit te bereiken. Het is goed om dat met elkaar in de praktijk uit te testen.”