Rellen in Haren: ‘Media niet aanwijzen als schuldige”

Het is onterecht om de media aan te wijzen als veroorzaker van de rellen in Haren. Dat zegt algemeen secretaris Thomas Bruning van de journalistieke vakbond NVJ tegenover persbureau ANP.  Wat Bruning betreft hebben de ‘reguliere’ media gewoon hun werk gedaan.

 

Over de aandacht voor de oproep op sociale media om vrijdagavond naar Haren te komen zegt hij: ‘De ‘reguliere’ media hebben gesignaleerd wat er op de sociale media gaande was. Maar je kunt niet zeggen, als de media hier geen aandacht aan hadden besteed was het niet gebeurd’, zegt Bruning.

Aan de oproep werd vrijdagavond massaal gehoor gegeven. Het ‘Project-X-feest’ mondde vrijdag uit in rellen en vernielingen in het Groningse dorp. Bruning noemt het wel alarmerend dat het gebeuren als een vliegwiel op gang kon komen. Media hebben een versterkend effect, geeft de secretaris toe. Maar hieruit blijkt toch vooral de kracht van de sociale media, aldus Bruning tegenover het ANP

NOS Nieuws: verantwoord bezig
Marcel Gelauff, hoofdredacteur van het NOS Nieuws, zegt dat het NOS Nieuws verantwoord is omgegaan met betrekking tot berichtgeving in Haren. “Wij hebben geprobeerd het zo verantwoord mogelijk te doen door zo lang mogelijk afstand te houden, een zakelijke en rustige toon te kiezen en de oproep om naar niet naar Haren te komen voortdurend te herhalen. Er waren geen extra NOS Journaals, er was geen hijgerige toon, we deden louter verslag. Maar uiteindelijk kwamen er mensen die er blijkbaar genoegen in scheppen het leven van anderen op hun kop te zetten, anderen te kwetsen en rellen en veel schade te veroorzaken. Een kleine groep binnen al die duizenden nieuwsgierigen ongetwijfeld maar er was angst, er werden vernielingen aangericht en hulpverleners aangevallen.”, aldus Gelauff op zijn weblog.

Gelauff: “De mensen die  dat doen zijn verantwoordelijk voor de ellende die ontstaat. Niet de verslaggevers van de NOS. Ik zie hoe schokkend en bedreigend dit voor de inwoners van Haren is geweest maar het is blijkbaar de wereld waar wij in leven. En die laten we zien. Dit is hoe ik het nu beoordeel. De komende dagen zullen we onze verslaggeving evalueren en bekijken wat wij er van kunnen leren.”