“Verbeteringen nodig voor goede uitrol DAB+ lokale omroepen”

De wijze waarop de distributie van lokale omroepen via DAB+ momenteel is georganiseerd levert geen duurzaam, beheersbaar en effectief netwerk op voor de toekomst. Dit schrijft de NLPO op basis van een onderzoek op basis van de uitgegeven tijdelijke vergunningen voor lokale publieke- en commerciële radiozenders. De NLPO hoopt vanaf 2024 een definitieve uitrol uit te voeren.

Veel ervaring opgeleverd

De tijdelijke vergunning van DAB+ frequenties in de zogenaamde “Laag 6” heeft veel ervaring opgeleverd op het gebied van techniek, kwaliteit van het netwerk, benodigde organisatie en investeringen, aldus de koepelorganisatie van lokale omroepen in Nederland. “Algemeen kunnen we uit de gesprekken concluderen dat de wijze waarop Laag 6 momenteel is georganiseerd geen duurzaam, beheersbaar en effectief DAB+ netwerk oplevert voor de toekomst (bij de definitieve uitrol).“, aldus de NLPO.

Organisatie

Uit gesprekken komt met name naar voren dat er in de wijze van organisatie/governance, en daarmee samenhangend ook de wijze van vergunningverlening, verbeteringen noodzakelijk zijn. Vrijwel alle omroepen (publiek en commercieel) beschouwen DAB+ in de huidige opzet niet als een volwaardig alternatief voor FM. Met name voor de publieke lokale omroepen is dit een zorgpunt omdat zij bij afschakeling van FM (vermoedelijk rond 2030) een geschikt alternatief moeten hebben voor
de etherdistributie van hun radiostations (de meeste commerciële omroepen op DAB+ hebben geen FM-distributie).

Ongelijkheid

De NLPO geeft aan dat er ongelijkheid is in de vergunningverlening ervaren tussen commerciële omroepen en publieke omroepen. “Voor publieke omroepen is het momenteel onduidelijk of zij in meer dan één allotment een DAB+ vergunning kunnen aanvragen, hetgeen noodzakelijk is indien het allotment niet aansluit bij het verzorgingsgebied van de lokale omroep. Tevens is (met name voor de commerciële omroepen) een beperking in het aantal allotments per vergunninghouder gewenst om oneerlijke concurrentie en gebruik van Laag 6 (bijvoorbeeld met het doel tot bovenregionale distributie) te voorkomen en het gebruik van Laag 6 ook meer lokaal te verankeren“.

Verder worden de beperkte dekking, een gebrek aan stabiliteit op het netwerk qua vergunninghouders en een gebrek transparantie in het beheer van de DAB+ infrastructuur genoemd als verbeterpunten.