De traditionele kijktijd in Nederland nam opnieuw af. Maar Nederlanders keken wel meer ‘uitgesteld’ en naar video on demand. Dit schrijf het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek (SvdJ) op basis van het voorlopige jaaroverzicht van de Stichting KijkOnderzoek (SKO). Op woensdag 17 januari wordt het complete jaaroverzicht gepubliceerd door SKO.
Minder minuten traditionele televisie
Het SvdJ concludeert op basis van het voorlopige jaaroverzicht van Stichting KijkOnderzoek dat voor het derde jaar achtereen Nederlanders minder kijken naar (traditionele) televisie. In het ‘topjaar’ 2014 werd er nog 200 minuten voor het grote scherm gezeten, in 2015 was dat 198 minuten, in 2016 192 minuten en in 2017 190 minuten.
Meer uitgesteld kijken
Maar niet alles daalde, het aantal minuten dat Nederlanders ‘uitgesteld’ kijken, dat wil zeggen tot een week na uitzending van het lineaire programma, nam opnieuw toe. In 2008 werd dat voor het eerst gemeten en was toen 2 minuten. In 2017 is dat al een kwartier.
Netflix
Sinds 2015 meet SKO (Kijkonderzoek) ook de ‘overige’ schermtijd (Netflix en bijvoorbeeld andere video on demand). Die nam met 50 procent toe van 8 minuten in 2015 tot 12 minuten in 2017. In 2017 is 14 procent van het totale kijken naar de televisie uitgesteld of ‘overig’. Uitgesteld kijken was goed voor 8,6 procent van het totaal. Bij de groep 20-34-jarigen was dat zelfs 11,8 procent.
Marktaandelen
Van de grote drie zagen NPO en RTL hun marktaandeel (van 18:00 tot 24:00) licht dalen, bij de NPO van 35,1 naar 34,9; bij RTL van 28,6 naar 27,5. SBS bleef stabiel op 18,5.
Meer informatie op de website van SvdJ en Stichting KijkOnderzoek.
Afbeelding:
(bron: SvdJ)