Het proces rond het indienen van plannen voor het verder digitaliseren van de etherfrequenties verloopt moeizaam. Bij de radiosector is er veel onduidelijkheid over de stand van zaken van reeds ingediende plannen. Minister Kamp (Economische Zaken) geeft op zijn beurt aan dat ook het inleveren van de digitaliseringsplannen in een aantal gevallen lastig verloopt. Dit blijkt uit een Tweede Kamer-debat dat dinsdag plaatsvond.
Digitaliseringsplannen
Minister Kamp gaf in september aan dat hij voornemens is om de vergunningen voor de etherfrequenties voor de commerciële radiozenders vanaf 2017 te verlengen met vijf jaar. In eerste instantie had de minister het plan om de vergunningen te veilen maar een meerderheid in de Tweede Kamer was hier op tegen. Kamp koos uiteindelijk toch voor een verlenging van de frequenties maar gaf hierbij wel aan als voorwaarde dat de commerciële radiosector een digitaliseringsplannen moet indienen om een verdere transitie naar digitale radio via de ether (DAB+) een impuls te geven. Voor het in kaart brengen van de digitaliseringsplannen heeft het Ministerie van Economische Zaken adviesbureau KWINK in de hand genomen.
Landelijke commerciële radio
Inmiddels is bekend dat er een digitaliseringsplan door de landelijke commerciële radiozenders is ingediend. De betrokken radiozenders hebben volgens Kamerlid Gesthuizen (SP) echter geen idee wat de status van dit plan nu is: “Vanuit de sector komt echter de klacht dat er alleen vragen worden gesteld en dat de sector in het ongewisse wordt gelaten over wat er volgens het ministerie nodig is. Bovendien is er nog geen reactie gekomen op de digitaliseringsplannen die de sector na de zomer heeft gestuurd. ”
Ook Kamerlid De Liefde (VVD) geeft aan dat er onduidelijkheid bestaat bij de radiozenders over de stand van zaken van hun ingediende plannen: “Ik krijg ook signalen dat het een beetje een black box is en dat KWINK heel veel vragen stelt, maar dat voor de marktpartijen niet bekend is op basis waarvan die vragen gesteld worden en wat de parameters zijn voor die partijen, terwijl ze al wel heel lang geleden, ik meen in augustus vorig jaar, bij het departement allerlei voorstellen hebben ingediend. Zowel vanuit het departement als vanuit KWINK hebben ze echter nooit een reactie op of een appreciatie van die voorstellen ontvangen.”
Ontbrekende informatie
Minister Kamp geeft op zijn beurt aan dat nog niet van alle radiozenders een digitaliseringsplan is ontvangen. “Inmiddels zijn wij zover dat er nogal wat plannen binnen zijn, zij het met veel moeite. Een aantal plannen is er echter nog niet, met name van de niet-landelijke radiostations en ook van een AM-station. We zijn er dus nog niet, maar ik probeer die informatie te krijgen en wel in een vorm waarin een goede beoordeling door adviesbureau KWINK mogelijk is. Dan kan dat bureau mij een goed advies geven en kan ik daar een besluit over nemen.”,aldus de minister tegenover de Tweede Kamer.
Adviesbureau KWINK
Als alle informatie is ontvangen van de radiozenders gaat adviesbureau KWINK aan de gang op grond van zijn eigen expertise. “KWINK wil met een goed advies naar mij komen. Het kijkt dus naar die plannen. Als KWINK ziet dat er informatie ontbreekt of dat de dingen niet gelijk zijn, stelt het daar vragen over. Daar kunnen antwoorden op gegeven worden. Op die manier zijn wij in staat om ons werk te doen. Als er vragen zijn bij de bedrijven, dan moeten zij die stellen en dan zullen wij proberen daar goed antwoord op te geven, maar ik wil vooral graag antwoorden van hen hebben.”, aldus de minister.
Het Ministerie van Economische Zaken is zelf overigens niet in overleg met de marktpartijen over de digitaliseringsplannen: “Mijn stelling was dat er geveild moest worden. Hun stelling was dat er verlengd moest worden, omdat digitalisering een grond in de wet is om die vergunning te verlengen. De Kamer wil dat ik die vergunning verleng. Ik ben daartoe bereid, maar dan moet wel aangetoond worden dat die grond er is. Dat moet gebeuren door degenen die de stelling naar voren hebben gebracht. Zij krijgen nu de gelegenheid om dat waar te maken. Ik denk echt dat we die bal bij hen moeten laten”,aldus minister Kamp tegenover de Tweede Kamer.