De regiogerichtheidseisen die gelden voor de regionale commerciële FM-frequenties zijn toe aan modernisering. Dat stelt minister Kamp in een brief aan de Tweede Kamer.
“Niet meer van deze tijd”
De regiogerichtheidseisen gaat over het percentage informatie en/of muziek die een radiozender moet uitzenden die gericht is op het FM-pakket waarop de zender uitzendt. De minister vindt deze eisen niet meer van deze tijd maar geeft aan dat deze regels niet aangepast kunnen worden wanneer de huidige vergunningen met vijf jaar worden verlengd. Bij een eventuele veiling van de frequenties kunnen de voorwaarden wel worden aangepast.
Percentages
Bij de verdelingen in 2003 en 2008 hebben vergunninghouders zelf een percentage regiogerichte programmering geboden en als gevolg van die eigen biedingen ligt in veel vergunningen dit percentage ruim boven het wettelijk minimum van 10% (het hoogste geboden percentage is 68%).
Rechtszaken
Regiogerichtheid is een inhoudelijk criterium, waarbij het gaat om programma’s die informatie, cultuur en educatie uit de regio (het FM-bereik) tot onderwerp hebben. Bij een veiling kan de regio-eis versoepeld worden naar het wettelijke minimum van 10%. Bij een verlenging blijven de vergunninghouders gehouden hun zelf geboden regio-eis na te komen. Er zijn diverse rechtszaken gevoerd de afgelopen jaren rond het naleven van deze eisen.
CBb
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft in maart nog een uitspraak gedaan. Deze uitspraak betreft de vraag welk gebied (analoog of digitaal) geldt om te bepalen in hoeverre de inhoud van een programma van de niet-landelijke commerciële radio-omroepen voldoet aan de in de FM-vergunningen opgenomen percentages regiogerichtheid. Het CBb heeft als hoogste rechter, kort gezegd, bepaald dat de regio die voor de bepaling daarvan moet worden gehanteerd het vergunde analoge FM-bereik is en niet de vaak (veel) grotere digitale regio, zoals door Agentschap Telecom (AT) bepleit.
Strenger
Dit betekent dat voor niet-landelijke vergunninghouders nu dus de oorspronkelijk vergunde, strengere, regio-eis geldt. De uitspraak heeft daarmee ook een beperkend effect op de wijze waarop programmaonderdelen als regiogericht kunnen worden aangemerkt. Daarbij gaat het steeds om de identificatie van een artiest en/of de leden van een muziekgroep met het vergunde analoge gebied om als regiogericht te kunnen worden aangemerkt. Zeker de partijen die destijds in de vergelijkende toets ruim hogere percentages hebben geboden, zullen hun programmering – veel meer dan nu het geval is – op het FM-bereik van de vergunning moeten gaan richten. “Radiopartijen hebben in mijn richting aangegeven dit als problematisch te zien voor hun business case.”, aldus de minister.
“Groot effect op programmering”
“De naleving van de uitspraken zal naar mijn verwachting een groot effect kunnen hebben op de programmering van omroepen die dit verdienmodel hanteren. Op basis van deze uitspraken verwacht ik dat veel vergunninghouders hun programmering dienen aan te aanpassen en het is de taak van AT erop toe te zien dat partijen hun regio-eis naleven. Als zij dit niet doen, dan zal AT in beginsel handhavend moeten optreden. De niet-landelijke vergunninghouders zullen hierover binnenkort een brief krijgen van AT.”, aldus de minister.
“Gevolgen voor business case”
Al met al dragen de regiogerichtheidseisen niet bij aan het verder stimuleren van de digitale ether aldus de minister. “Ik concludeer dat bij een verlenging niet de door mij gewenste moderingsering van de regio-eis kan worden doorgevoerd en de huidige regio-eis blijft bestaan. Als de digitaliseringsplannen van de niet-landelijke radiopartijen het mij mogelijk maken hun vergunningen te verlengen, dan zullen de vergunninghouders bij een verlenging aan de strenge regio-eisen moeten gaan voldoen. Zij moeten dan dus accepteren dat zij in meerderheid hun programmering mogelijk (flink) moeten aanpassen, hetgeen ook gevolgen kan hebben voor hun business case. “, aldus de minister.
Opnieuw verdelen
In het geval een vergunninghouder zou besluiten zijn vergunning terug te geven, dan zullen deze alsnog opnieuw verdeeld moeten worden. Hier speelt ook mee dat het voldoen aan de regio-eis belangrijk is voor een gelijk speelveld in de sector. “Landelijke partijen zijn er bij toetreding tot de markt vanuit gegaan dat niet-landelijke partijen de regiogerichte programmering zouden aanbieden en nieuwkomers of verliezers in een verdeling zijn ervan uitgegaan dat de winnaars hun zelf geboden regio-eis zouden nakomen. “, aldus minister Kamp.