Volgens de NLPO is het goed mogelijk om met betaalbare laagvermogenzenders een goede DAB+-dekking voor streekomroepen te realiseren. Dit blijkt uit de resultaten van een pilot met digitale radio via de ether die de NLPO, de overkoepelende organisatie van streekomroepen in Nederland, heeft uitgevoerd in de Achterhoek en Twente.
Pilot
De pilot is, in nauwe samenwerking met het Agentschap Telecom en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, door een onafhankelijk onderzoeksbureau uitgevoerd. Doel was om te onderzoeken wat de technische implementatiemogelijkheden zijn voor DAB+ op streekomroepniveau (met laag vermogen zenders).
Daarnaast was het van belang voor Agentschap Telecom om een definitief frequentieplan te kunnen ontwikkelen voor DAB+ voor de lokale omroepen (op streekomroepniveau).
Testresultaten
“De testresultaten bevestigen de theoretische modellen die aan de pilotopzet ten grondslag lagen. Ook de veronderstelde frequentie-indeling voor DAB+ in laag 6, waarbij elke streekomroep voorzien wordt van een eigen mini-allotment, blijkt op basis van de pilotresultaten goed mogelijk.“, aldus NLPO.
Aanbevelingen
Wel worden er enkele aanbevelingen gedaan in het onderzoek. Zo blijkt dat een goede implementatie van DAB+ op streekomroepniveau maatwerk met zich mee zal brengen. In verstedelijkte gebieden zullen andere configuraties nodig zijn dan in meer landelijke gebieden. Maar de onderzoekers geven aan dat dat maatwerk vrij simpel te realiseren is.
Afhankelijk van de gekozen configuratie en gewenste mate van indoordekking zullen de kosten van DAB+ ongeveer vergelijkbaar zijn met de kosten van de huidige FM –distributie voor de lokale omroepen. Een niet onbelangrijke factor voor de omroepen.
Hoogvermogen?
De resultaten van de NLPO staan gedeeltelijk haaks op de uitkomsten van de DAB+-experimenten van lokale omroepen in de regio Den Haag en de Veluwe. Zenderexploitant Broadcast Partners kwam hier tot de conclusie dat er juist hoogvermogen zenders nodig zijn voor een goede dekking.
Het rapport is hier te lezen.